Historie

Bijzondere details praalgraf

Het beeld van Reinout van Brederode in Veenhuizen wordt toegeschreven aan het atelier van De Keyser. In de jaren dat het beeld is gemaakt was Pieter de Keyser daar de beeldhouwer. De beelden die uit het atelier van De Keyser komen hebben een aantal kenmerken gemeen. Zo komen de armen naast het lichaam en de dubbele kussens, waar het hoofd op rust, elders ook voor. De kleding bij de meeste liggende beelden is: gehuld in doodshemd, in nachthemd of in hun harnas. Reinout ligt in zijn wambuis met daaroverheen een tabbaard: dit is het gewaad van de jurist. Het boek waar zijn rechter hand op rust en de baret in de linker hand versterken de symboliek van de jurist, waarbij de baret in zijn hand aangeeft dat zijn werk is volbracht. In een boek uit 1593 staat het aldus: ‘Het langhe kleed past totte Raedslagh, want soo wel in d’oude als in onse tijden, waeren de Raedsheeren om meerder statigheyts wille, met een tabbaert en een lang kleed geciert’. Met de term raadsheren werden onder meer de leden van de Hoge Raad aangeduid. Als lid van de Ridderschap had Reinout het recht om zich in harnas te laten afbeelden, maar er is gekozen voor de juristentabbaard. In dit opzicht is zijn beeltenis uniek. Carla Rogge wijst op het feit dat op geen enkel bewaard gebleven Noord-Nederlandse graftombe uit de eerste decennia van de zeventiende eeuw een boek voorkomt. Wel komt men op Italiaanse grafmonumenten van geleerden uit de zestiende eeuw dit motief tegen. Men spreekt dan van een humanistengrafmonument. De graftombe van Reinout van Brederode is tot 1650 de enige bewaard gebleven humanistentombe in ons land. Frits Scholten noemt de graftombe in Veenhuizen het eerste voorbeeld van een humanistengraf in de Republiek.

Hoewel volgens Elisabeth Neurdenburg, die in 1948 het beeld van Reinout van Brederode heeft beschreven, de liggende figuur in Veenhuizen ‘te zwaar beschadigd is om ze nader te bespreken’, hebben we hier te maken met een bijzonder beeld, dat een nadere bestudering meer dan waard bleek te zijn en na de restauratie van 1990 tot 1996 weer in prima staat verkeert.