Praalgraf van Reinout van Brederode

In 1633 is het praalgraf van Reinout van Bredeode in het kerkje te Veenhuizen geplaatst. Het lag in het koor van de kerk en er kon omheen gelopen worden. Het beeld keek naar het oosten volgens middeleeuwse traditie. Tussen 1785 en 1789 is het koor gesloopt en kwam het praalgraf te liggen in een luif. Het praalgraf was familiebezit van de erfgenamen van de familie Van Brederode. In 1843 verkocht Rijka Maria van Cats het beeld en de grond aan Klaas Blom, landman op Veenhuizerweg 8 en gemeenteontvanger van de gemeente Veenhuizen. Klaas Blom had geen interesse in het beeld en bood Lucas Stokbroo te Hoorn aan “een marmeren pop welke onder een aangebouwd afdak, vroeger het koor der kerk te Veenhuizen, boven een grafkelder lag, dien hij gedeeltelijk wenschte te sloopen, gedeeltelijk tot een regenbak wenschte in te rigten”. Die regenbak had de gemeente Veenhuizen nodig om ingeval van droogte de inwoners die te weinig water hadden er bij de kerk een voorraad water zou zijn. De koop is niet doorgegaan omdat jonkheer Pieter Opperdoes Alewijn door zijn kennis Lucas Stokbrook werd geïnformeerd. Opperdoes Alewijn was lid van Provinciale Staten Noord-Holland en zo werd de provincie erbij betrokken. In 1845 hebben de kerkvoogden der Hervormde Gemeente te Veenhuizen, daartoe gemachtigd door Gedeputeerde Staten, een gebouw en erf ter grootte van 25 vierkante meter waarin een grafkelder en een monument van Reinout van Brederode aangekocht voor een bedrag van 175 gulden of met onkosten voor een bedrag van 197,59 gulden. De overwegingen van Gedeputeerde Staten waren: “dat het behoud van het monument geacht kan worden niet van belang ontbloot te zijn”.
Toen het Rijksmuseum in Amsterdam werd gebouwd (1885) werd gezocht in het land naar voorwerpen die museaal waren. Zo werd ook het praalgraf van Reinout van Brederode bekeken. Het geheel overbrengen naar het museum was geen optie. Wel is gekeken of het hoofd van Reinout van Brederode geschikt was. De gedachte was het hoofd naar Amsterdam te brengen en op het praalgraf een replica te zetten. Dat is niet doorgegaan.