Historie

Kerk uit 1862

In 1862 is de middeleeuwse kerk gesloopt en vervangen door een Waterstaatskerk. Waterstaatskerk is een benaming voor kerken die tussen 1824 en 1875 zijn gebouwd. De bouw was onderhevig aan goedkeuring en controle door ingenieurs van het ministerie van Waterstaat. Bij het herstel van vervallen kerken werden door de overheid vaak hoge eisen gesteld, waardoor herstel in de praktijk vaak neerkwam op sloop en vervanging door nieuwbouw. Op donderdag 19 december 1861 wordt de aanbesteding gedaan bij de provinciebestuur van Noord-Holland in Haarlem tot “Het bouwen van eene Kerk met Toren voor de Hervormde gemeente te VEENHUIZEN (Noord-Holland) en van eene Kapel voor het monument van REINOUT VAN BREDERODE, aldaar.”  Het wordt aangenomen door de aannemer Bierenbroodspot. In 1862 wordt hem betaald ƒ 8820,- en in 1863 ƒ 920,-. De eerste steen is gelegd door ds. Johannes Wijs op 16 april 1862.  In 1918 moet er iets aan de toren gebeuren, maar de raad van de gemeente Heerhugowaard komt er niet uit of de toren nu eigendom is van de gemeente of van de Nederlands Hervormde kerk. In 1923 wordt er onderzoek gedaan aan de toren en blijkt er een aantal leien van de toren los te zitten. Om het te laten maken is pas de derde aannemer die gevraagd wordt bereid de herstelwerkzaamheden te verrichten. In 1949 wordt in de krant melding gemaakt van het verzakken van de kerk en de slechte staat. De gemeente is sinds de tijd van Napoleon eigenaar van de kerktoren. De gemeente Heerhugowaard verricht nog in 1960 restauratiewerkzaamheden aan de toren. In 1963 begint het bestuur van de Nederlands Hervormde kerk te praten over sloop en dat wordt geëffectueerd in 1965. Voordat het koor van de kerk gesloopt wordt, is de tegenwoordige Veenhuizerkerk al gebouwd. Pas nadat het beeld van Reinout van Brederode is verplaatst wordt het koor gesloopt en zoals in 2016 gevonden, is het niet verder gesloopt dan tot vlak onder het maaiveld.