Historie

Grafkelder 2

Bij de opgraving in 2016 was de plek van de grafkelder snel gevonden. De grafkelder werd voorzichtig van zijn inhoud ontdaan om de botten en het restant van het omhulsel van de loden kist niet te beschadigen. Na twee en een halve dag graven en blootleggen was de grafkelder geheel leeg en waren de botten voor onderzoek in de kerk op tafels gelegd. Van de botten is het niet gelukt om er een geraamte van te maken, maar dat is niet zo verwonderlijk. Op de tekening voor de kerk van 1862 is te zien dat het praalgraf voor de helft in de kerk en voor de andere helft in het koor zou staan en dat men er omheen zou kunnen lopen. Waarom de grafkelder toen veranderd is, is niet bekend, maar de grafkelder is gesloopt en vervolgens is er een grafkelder gebouwd tegen de oostmuur van het koor. Het praalgraf paste toen helemaal in het koor. Toen hebben ze het beeld ook gedraaid zodat Reinout van Brederode de kerk in keek, maar het mooi afgewerkte kussen uit beeld raakte. Door de bouw van de grafkelder is alle inhoud tijdelijk ergens anders gestald tot de grafkelder weer in gebruik genomen kon worden. Of alle botten toen ook teruggelegd zijn en of er geen andere botten in de grafkelder gelegd zijn is niet bekend. Bij de sloop van de kerk in 1965 zijn er volgens een oud-medewerker van het sloopbedrijf allerlei gevonden botten in de grafkelder gegooid. Van acht personen is DNA-materiaal afgenomen en daarvan was 4 man en 4 vrouw. Men heeft ook kunnen vaststellen dat er een gezin bij was: man, vrouw en 2 dochters. Gekeken is of er verwantschap was met Willem van Brederode waar het DNA van bekend is. Dat is niet aangetoond. Wie in de grafkelder liggen is dus onbekend. Het gezin zou kunnen zijn: Reinout van Brederode en Petronella d’Hinjosa en hun twee dochters, maar het zou ook zijn vader Lancelot van Brederode en Adriana Blois van Treslong en 2 dochters kunnen zijn en misschien nog wel een ander gezin.